Gedichten
Duisternis
Dolend
langs het pad van wanhoop,
waarvan zonder licht
niemand terugkeert;
lentelevens als bladeren
van de boom gevaagd.
Geknakt staat de stam
in een leegte.
En de storm jaagt!
Verdoofd staart
het oog naar buiten.
De zoveelste hagelbui,
verharde tranen
spatten op de ruiten.
Geen rust, geen slaap:
gesloopt, geen verweer.
Koffie
en sigaretten des te meer.
En de storm jaagt!
Tot een morgen…
Licht naar binnen zweeft.
Het leven wenkt.
Eruit!
Zachtjes kraakt de sneeuw…
Heikie Hoeksma
Open tuin elk jaar in augustus