Reekalfjes

Vogelwachters beschermen normaliter de nesten van weidevogels. De legsels worden met stokken gemarkeerd, daardoor gaan de eieren bij werkzaamheden (mestinjecteren, maaien e.d.) niet verloren. Dat ook reekalfjes bescherming nodig hebben, is bij een ieder niet bekend. De kalfjes, die in mei worden geboren, staan op wankele pootjes en gaan de eerste tien dagen nog niet met de moeder mee. Zij laat de kalfjes op een veilig plekje achter: onder bramenstruiken, in een droge sloot of in het hoge gras. Moeder ree voedt de kalfjes dagelijks enkele keren en brengt ze ’s avonds laat of  ’s ochtends vroeg naar een nieuw plekje. Maar als de kalfjes verscholen in het hoge gras liggen en de cyclomaaier komt, dreigt er gevaar. Om te voorkomen dat de reetjes verongelukken, zoeken we bij een naburige boer, de kalfjes kort voor het maaien op. De vindplaatsen markeren we met takken, zodat de boer om de reekalfjes heen kan maaien. Want die blijven ondanks het tractorgeraas, roerloos liggen. Voor de boer gaat maaien, wijst hij ons de percelen aan, waar de kalfjes zich vermoedelijk bevinden. Aan het gedrag van moeder ree: steeds op hetzelfde perceel, niet ver  vluchtend, de omgeving angstig in de gaten houdend, kan de boer zien waar de kalfjes zich op houden. Als enkele weken later op een vroege morgen moeder ree en twee kalfjes in het weiland voor mijn huis staan te grazen, geeft me dat een voldaan gevoel: “Dit zijn twee van de vier reekalfjes, die we onlangs het leven hebben gered!”

Reekalfjes

Vindplaats reekalfje, gemarkeerd met takken. Zodat de boer er om heen kon maaien.

Het reekalfje ligt na het maaien nog veilig verborgen in het gras.


Ze kijkt me aan alsof ze wil zeggen: “Dankjewel!”